Creativiteit is en blijft een ingewikkeld onderwerp. Je besluit dat er vandaag weer eens een blog moet komen, maar weer stoot je je hoofd aan de vraag: waar moet het over gaan? Waar haal ik 'inspiratie' vandaan? En vooral: hoe begin ik?
Bij mijn blogworkshops zet ik mijn ‘klasje’ graag meteen aan het werk. De bedoeling is dan om na een kwartiertje een stuk van 600 woorden te hebben. Een zaal vol doorgewinterde redacteuren heeft daar meestal niet zo veel moeite mee. Ondernemers, studenten en anderen die minder gewend zijn om op commando een stuk content te produceren hebben er heel veel moeite mee. Het gevreesde writer’s block.
Ik heb daar zelf natuurlijk ook wel eens last van, maar in de loop der jaren ontwikkel je als schrijver technieken om daarmee om te gaan. Vanuit mijn ervaring geef ik jullie zes tips om als de wiedeweerga aan dat blogstuk te beginnen.
1. Zorg dat je een deadline hebt
Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar als ik een week heb om een stuk te schrijven, dan duurt het ook een week. Dat gaat voor een blogger niet werken. Zakelijke bloggers zijn meestal drukke professionals die het bloggen ‘erbij’ doen, dus er is ook nog eens altijd iets belangrijkers te doen.
Het enige wat dan werkt is een contentkalender maken. Dat klinkt duur, maar het is gewoon een excelsheet waarin staat wat er online gaat komen en wanneer. Je wordt niet ontslagen als je een keer de deadline niet haalt, maar als je een beetje op mij lijkt (of je hebt een paar fijne collega’s die je op je falen wijzen) is het missen van een deadline nooit leuk. Blokkeer dus tijd in je agenda en SCHRIJF.
2. Leg een voorraad aan
Oké, je gaat zitten om je blog te tikken. Moet je nou ter plekke nog een onderwerp verzinnen? Ben je weer een half uur verder. Of er komt helemaal niks.
Mijn volgende tip is dus: zorg dat je altijd een voorraad onderwerpen paraat hebt. Ideeën komen namelijk continu langs, maar nooit als je ze nodig hebt. Zorg dus dat je altijd, altijd, altijd (ik zeg dus: altijd) een notitieboekje/-appje bij de hand hebt.
Denk eraan dat je je ideeën niet te bondig opschrijft. Het is wel de bedoeling dat je, als je dan aan je stuk begint, nog weet wat je bedoelde met je krabbel. Onthoud ook dat zo’n lijst met mogelijke onderwerpen geen todo-lijst is, maar een grabbelton. Pak het onderwerp waar je op dat moment het meeste mee kan en laat de rest voor wat het is. Wees ook niet bang om aantekeningen waar je al een jaar niets mee hebt gedaan gewoon weg te gooien. Verse ideeën zijn veel lekkerder.
3. Laat je niet afleiden
Moet ik dit nog uitleggen? Als je tegen het schrijven aan zit te hikken is niets meer welkom dan het pingeltje van de mail of het belletje van LinkedIn. Even kijken wat het is! Misschien is het belangrijk! Of een leuke reactie op mijn post! Voordat je het weet is je blogtijd weg. En hij komt nooit meer terug. Dus: mail uit, social media uit, smartphone in een la met een dikke stapel papier erop.
Nog steeds uitstelgedrag? Drijft je writer’s block je ertoe om je prullenbak te gaan legen of je desktop op te ruimen (been there, done that…)? Dan is Pomodoro misschien iets voor jou. Bij Pomodoro zet je een kookwekker (er zijn inmiddels allerlei digitale varianten, uiteraard) om 25 minuten ononderbroken te werken. Daarna mag je 5 minuten klooien. Het klinkt dom, maar de menselijke hersenen trappen erin, dus het werkt.
4. Begin gewoon
Bij het redigeren van een stuk sneuvelt de inleiding meestal als eerst. Met die kennis kun je je voordeel doen. Je hoeft namelijk niet eindeloos na te denken over een opening, je gaat hem tóch weggooien. Begin dus gewoon maar te tikken. Het hoeven niet eens kloppende Nederlandse zinnen te zijn. Toen ik aan dit stuk begon tikte ik: ‘Creativiteit, moeilijk. Waar moet het over gaan? Hoe begin ik? Workshop zakelijk bloggen. Het idee was…’ en toen was ik op gang. Probeer het maar. Je komt er vanzelf in. En die openingszin, die komt uit je stuk vanzelf boven drijven.
5. Bewaar wat je niet doet
Een blog moet kort, bondig en on-topic zijn. Dat betekent dat er altijd dingen zijn die niet aan bod komen. Door de dingen die je schrapt of even laat voor wat ze zijn níet weg te doen, maar terug in je aantekeningenpoel te gooien, bewaar je ideeën voor je volgende deadline. Ik legde net de laatste hand aan een stuk voor een vooraanstaand marketingblog en middenin verloor ik mezelf in een rant over bedrijven die denken zonder strategische visie te kunnen. Een heerlijk stukje om te tikken, maar niet to the point van het stuk, dat toch al over de 2000 woorden zat. Dat staat dus nu in mijn aantekeningen te wachten op de dag dat ik er hier een compleet blog van maak.
Zo leidt het ene blog tot het andere. Bijkomend voordeel is dat je blogs op den duur een samenhangend verhaal gaan vormen. En daar houden lezers van.
6. Verstuur die comment niet
Social media zijn geweldig. Je leest iets, je hebt er een mening over, je formuleert dat lekker kort en scherp en woesjjj, je slingert het de cyberwereld in. Met een beetje geluk komt er wat discussie of bijval los en jij hebt je ego-boost weer gehad. Maar een uur later is het weer voorbij. En heb je nog steeds geen blog. Probeer dit dus eens: verstuur die comment níet, maar noteer hem en broed er even op. Zo hou je een gedachte even bij je, in plaats van hem meteen te lanceren. Is je observatie interessant genoeg, dan krijg je vast aanvullende gedachten, associaties en ideeën. Die krabbel je er dan natuurlijk bij, en zo heb je de kiem van je volgende blogstuk alweer te pakken.
Go!
En nou bloggen! Over een kwartier wil ik 600 woorden zien!