Interviewen is een belangrijke vaardigheid voor mij als copywriter. Toch was ik er toen ik net begon erg slecht in. Vandaag vertel ik je hoe ik dat oploste. Met de onwetenschappelijke, maar behoorlijk effectieve 'hou-je bek-methode'.
Ook voor niet-schrijvende marketeers zijn interviewtechnieken trouwens cruciaal. Om bijvoorbeeld...
- Uit te vissen wat Sales van je nodig heeft
- Duidelijk te krijgen wat het management van je verwacht
- In klantgesprekken uit te vinden wat behoeften, uitdagingen en emoties van je doelgroepen zijn
- Contentbriefings te maken met experts en propositie-eigenaren
- In de gaten te houden wat er leeft in je team en bij je medewerkers persoonlijk
Vragen samenvatten
Dat ik vragen uit de zaal snel, makkelijk en duidelijk oppikte en samenvatte voor de spreker en de rest van het publiek. Dat was het - nogal specifieke - compliment dat ik van 2 verschillende mensen kreeg na 038 Digital in me1 2023 . Dat vond ik heel bijzonder.
Even ter verduidelijking: de meeste sprekers op dit mooie, driemaandelijkse marketingevent kiezen ervoor om een half uurtje te spreken en dan hun tijd vol te maken met een kwartier vraag-en-antwoord met het publiek. Wat betekent dat ik als presentator een kwartier naast de spreker op het podium sta om de vragen uit de zaal op te halen, te verduidelijken en te herhalen zodat iedereen ze kan horen.
Een intensief kwartiertje, dat vraagt dat je jezelf totaal dienstbaar opstelt. Het gaat maar om twee dingen: de mensen in de zaal willen dingen weten, de spreker wil die dingen graag vertellen. Bouke, daar rechts (voor het publiek links) op het podium, is totaal niet belangrijk. Jezelf wegcijferen, heel goed luisteren en daarna zo kort mogelijk aan het woord zijn om het gesprek niet te verstoren.
Dat ik dat blijkbaar kon, was voor mij persoonlijk een enorme win.
(tegenwoordig hebben we op dit event, dat inmiddels is omgedoopt naar Digital Dialogues, een Catchbox: een microfoon die mensen in het publiek elkaar kunnen toewerpen. De interactie tussen toeschouwer en spreker is directer geworden)
Onverbeterlijke verhalenverteller
Want toen ik 20 jaar geleden begon met stukken schrijven voor tijdschriften, kranten en literaire websites, was ik echt een belabberde interviewer en gespreksleider.
Ik ben van nature een verhalenverteller. Ik grijp vaak een verhaal van iemand anders aan om, naar aanleiding van een of andere associatie, een eigen verhaal te vertellen. En daarna nog een. Ieder volgend verhaal grootser (en minder relevant) dan dat ervoor... Ik sta graag als spreker op het podium en rijg daar, op een minimaal skelet van inhoudelijke structuur, anekdotes en verhalen aan elkaar. En ik vind het te gek als mensen aandachtig luisteren naar wat er allemaal opborrelt uit mijn chaotische hoofd.
Als ik een interview deed, schoot ik dus ook vaak in de vertelstand. Want ik heb altijd een anekdote voorradig, over ieder willekeurig onderwerp. Interview je iemand die ook zo is, dan is dat niet zo erg. Het ene verhaal inspireert het andere en het wordt een levendig gesprek. Dat duurt dan misschien langer dan nodig, maar het is gezellig en levert ook de juiste input op.
Ingewikkelder wordt het als ik iemand interview die meer timide of introvert is en geen natuurlijk verteller. Voor zo iemand moet je heel veel ruimte maken. Die moet je aanmoedigen met vraag na vraag. Knikken, hummen, kort samenvatten en weer doorvragen. Vertel je 1 anekdote teveel, dan slaat zo iemand weer dicht en kun je opnieuw beginnen.
En dat overkwam me veel te vaak.
De hou-je-bek-methode
Om mijn brood te kunnen verdienen als copywriter en marketeer moest ik dus leren om te luisteren in plaats van te ouwehoeren. Daarom ontwikkelde ik de gewoonte om tijdens interviews inwendig tegen mezelf te schreeuwen:
HOU JE BEK! HOU JE BEK! HOU JE BEK!
En dat hielp.
Want terwijl ik inwendig tegen mezelf zit te krijsen, knik ik uitwendig vriendelijk tegen mijn gespreksgenoot, die daardoor precies uitlegt wat de voordelen zijn van low-code development of datacenters aan de randen van grote steden. En dat schrijf ik dan weer op in mijn teksten.
(Ik zeg trouwens totaal niet dat het me niet meer overkomt dat ik een verhaal vertel terwijl ik eigenlijk mijn bek zou moeten houden. Integendeel. Maar al met al ben ik als interviewer 100x effectiever dan 20 jaar geleden)
Beter worden is niet altijd leuk
Dit gaat niet alleen over interviewen. Er zit een algemene les in dit verhaal. Namelijk dat je alleen beter wordt in dingen, als je 'gewoon beginnen' combineert met eerlijke, genadeloze feedback. Op jezelf. En als je regels, processen en systemen implementeert om die feedback operationeel te maken. Twee dingen waar de gemiddelde mens niet echt op zit te wachten in zijn werkdag. Je hebt toch liever dat de dingen zichzelf zo'n beetje regelen en dat je alles in 1 keer goed doet. Maar zo werkt het helaas niet.
Effectiever, efficiënter en beter worden is werk. Gewoon, ordinair keihard werk. Dat geldt voor mensen, maar ook/nog meer voor organisaties.
Alleen moet je misschien proberen om niet tegen je collega's te gillen dat ze hun bek moeten houden. Want daar is vast een of andere ongeschreven sociale regel tegen.