Voor mijn vakantie kondigde ik op Twitter aan dat ik weer van websiteplatform ging wisselen. Na mijn definitieve breuk met WordPress en het omarmen van Gatsby en de JamStack was ik erachter gekomen dat het ‘van nul af’ coderen van een website een behoorlijke klus was. Dat wil zeggen: ik kwam er vooral achter hoe enorm roestig mijn eigen programmeerkunsten waren. En hoe vreselijk mijn perfectionisme me in de weg zat.
Tutorials, blogs en how-to's
Toen kwam Webflow op mijn pad, een SaaS-platform waar ik in een heel donkergrijs verleden wel eens wat mee heb gedaan. De laatste tijd voerde ik namelijk met twee verschillende klanten gesprekken over het vernieuwen van hun websiteplatform en in één van die gesprekken werd Webflow genoemd. Ik besloot eens een kijkje te nemen hoe het er nu voorstond met dit systeem en was onder de indruk. Wat mij vooral raakte was het gemak van het toevoegen van nieuwe contenttypen en het bouwen van de bijbehorende pagina’s. En het zag er ‘automatisch’ allemaal prachtig uit. Dit is het next shiny object-syndroom: de illusie dat je leven er 128% beter uit zal zien, als je maar beschikt over deze prachtige nieuwe tool. En het gemak van Webflow raakte nogal een snaar bij iemand die al maanden aanhikt tegen het schrijven van de code voor een portfolio dat opdrachten, diensten, expertise en content automatisch moet gaan samenbrengen op pagina’s. Mooi plan, bleek best veel werk... Dus ging ik onderzoeken wat de mogelijkheden waren. Er waren veel mogelijkheden en ik ging weer helemaal op in tutorials, blogs en how-to's...
Uitstelgedrag
Maar is ‘mogelijkheden onderzoeken’ niet meestal gewoon uitstelgedrag? Een excuus om niet aan de slag te gaan met iets waar je stiekem gewoon hartstikke onzeker over bent? Hoeveel marketingmanagers ben ik in de jaren niet tegengekomen die liever nog maar weer eens een brainstormsessie plannen, in plaats van gewoon een testcampagne te lanceren. Gewoon, om niet de kans te lopen dat er iets mislukt. En hoe vaak heb ik niet op die mensen gemopperd? Zo wil ik niet zijn. Bovendien bleken er ook in dit systeem (verrassing! Je zou toch denken dat ik daar als voormalig software-consultant op voorbereid was) dingen te zijn die niet konden of ingewikkeld maatwerk vereisten. En dan blijkt, ook niet verrassend, de documentatie ineens een stuk schaarser.
Niet perfect, nooit perfect
Er komt, kortom, geen nieuwe platformwissel. Mijn huidige platform is niet perfect en het zal nooit alles kunnen wat ik ermee wil doen. Maar dat geldt helaas ook voor ieder ander platform. Wat er wel komt, is een betere ontwikkelomgeving voor mijn huidige site. Ik heb deze zomer de code opgeschoond, zodat ik minder verdwaal in mijn eigen werk, en ik heb afgelopen week een tutorial gevolgd in versiebeheer (valt het jullie ook op dat de nuttigste tutorials meestal niet de tiendelige videoseries zijn, maar de stukjes waar je in 5 minuten doorheen kunt en waarin je 1 heel specifiek kunstje leert?) zodat ik, na anderhalf decennium live prutsen, wijzigingen kan doen in een testversie van mijn site en die dan later kan invoegen. Dan kan ik de code even laten liggen en toch een artikel online zetten in een werkende site. Bovendien heb ik eens naar mijn eisen gekeken en die features uitgezocht die ik echt wil hebben. Al het andere is op een 'nice to have'-lijst beland.
Zorg dat het jou niet te pakken krijgt
Soms moet je toegeven dat niet de technologie, maar je eigen mindset de beperking is. Soms moet je gewoon werken met wat je hebt, omdat het veel waardevoller is om nu iets online te hebben dat niet perfect is dan over een half jaar misschien iets heel moois. Ik was bijna te grazen genomen door het next shiny object-syndroom.
Zorg dat het jou niet te pakken krijgt.